1 Wat is de grootheid die bij de eenheid weber (Wb) hoort?
2 Het element Th 90 232 is radioactief en vertoont achtereenvolgens `alpha`-, `beta^-`- en opnieuw `beta^-`-verval. Wat is het eindprodukt van deze vervalreeks?
3 Wat is de eenheid van druk?
4 Hoe lang duurt het ongeveer voor een voorwerp de grond raakt wanneer het van 1 km hoogte wordt losgelaten? Negeer de luchtwrijving.
5 Atomen bestaan uit een kern van protonen en neutronen, en daaromheen draaien elektronen. Stel dat we een atoom vergroten, zodat de protonen en neutronen in de kern zo groot zijn als een voetbal; hoe groot is dan ongeveer de afstand tussen de kern en de elektronen die er omheen draaien?
6 Een schommel die aan kettingen van 2 meter lang hangt, gaat in ongeveer 3 seconden heen en weer. Hoelang duurt het als de kettingen 500 meter lang zijn? Negeer de luchtwrijving.
7 Stel dat je een OV-chipkaart van 10 gram volledig in energie zou kunnen omzetten volgens Einsteins formule `E = mc^2`. Hoe lang zou met die energie een hogesnelheidstrein kunnen rijden, ervan uitgaand dat deze 8800 kW gebruikt?
8 In een elektrische schakeling staan 3 weerstanden van respectievelijk 200 Ω, 500 Ω en 1000 Ω parallel geschakeld. Wat is hiervan de vervangingsweerstand?
9 Een rustige kamer heeft een geluidsniveau van 30 dB. Een klas met schreeuwende kinderen kan 120 dB produceren. Hoeveel keer is dat luider?
10 2,0 gram radioactief thorium vervalt gedurende 72 dagen, waarna er nog maar 0,25 g thorium over is. Wat is de halfwaardetijd?
Klaar!